 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
W.Y.F.I.W.Y.G
What You Feel Is What You Get
1998
Hoe verleid je kijkers om een beeldscherm te strelen?
Een aantrekkelijk lapje bont wordt geaaid door een onzichtbare hand. De richting waarin de haren worden gestreken en de lengte van de streek geven de kijker een indicatie van een beweging die zij over het scherm kunnen maken. Dus wat je op het beeldscherm ziet is een aanwijzing van wat je moet doen. De beelden en geluiden in W.Y.F.I.W.Y.G zijn gekozen om de kijker tot verschillende handelingen te verleiden.
Onze perceptie van de werkelijkheid wordt steeds vaker gevormd door afbeeldingen. Zoals bijvoorbeeld de beelden die via de tv of via het computerscherm tot ons komen. Afbeeldingen van de dingen uit de werkelijkheid lijken letterlijk achter het glas van het tv toestel en nu ook de computer opgesloten te zitten. Je ziet het, je herkent het maar het afgebeelde is immaterieel en minder aanwezig.
Ik vind het jammer dat met de computer bepaalde materiële ervaringen verloren lijken te gaan. Met W.Y.F.I.W.Y.G speel ik met dit gegeven. Ik vraag me af of het mogelijk is om naast de gebruikelijke zintuiglijke ervaring zoals het zien of het horen van iets, het mogelijk is een andere zintuiglijke, "fysieke" ervaring op te roepen. Met dit werk doe ik een bewust tegenstrijdige poging om met een immaterieel medium, de computer, een materieel en tastbaar werk te maken. Naar aanleiding van dit werk ontstond mijn interesse om de medium-eigen kwaliteiten van de computer te gaan onderzoeken, die zouden kunnen dienen als digitale vertalingen van zintuigelijke ervaringen.
Techniche omschrijving:
W.Y.F.I.W.Y.G i s een installatie-werk met geluid:
5x computer, 5x touchscreen-monitor (17 inch, 30x38 cm), 5x interactieve Director applicatie (640x480), 5x stereo-installatie met boxen of 5x koptelefoon (afhankelijk van de presentatieruimte).
Programmaduur bij interactie ongeveer 3 min. per applicatie.
Presentatievorm:
Computers worden weggewerkt, touchscreens worden op zo'n manier ingebouwd dat zij onderdeel uit lijken te maken van de architectuur van de presentatieruimte.
|
|
|
|
|